1. De kinderen maken flitskaartjes.
2. De kinderen gaan in tweetallen zitten en wisselen hun flitskaarten uit.
3. De helper leest de vraag voor en controleert het gegeven antwoord. Het is belangrijk dat de helper af en toe complimenten geeft als het goed gaat.
4. Er vindt een korte klassikale nabespreking plaats.
Geschikt voor:
1. Het aanleren van een vaardigheid (automatiseren en feitenkennis)
2. Taal, rekenen, zaakvakken
Moeilijke woorden lezen/schrijven.
Woorden flitsen met weggelaten letter(s), wat is het hele woord?
Woordbetekenissen?
Tegenstellingen?
Tafels
Hoofdrekenen
Topografie
Jaartallen
Andere feitenkennis