Denken – delen – uitwisselen

1. De leerkracht geeft een opdracht/vraag.
2. De kinderen denken individueel (1-2 minuten) na en schrijven hun antwoord op.
3. De kinderen delen in tweetallen hun antwoord.
4. De antwoorden worden klassikaal uitgewisseld.

Geschikt voor:
1. Open vragen
2. Mening geven
3. Het activeren van de voorkennis

Denken – delen – uitwisselen

  1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een som oplossen of een begrip beschrijven. De leerlingen krijgen elk enige tijd om daar over na te denken.
  2. Delen: nu vertellen de leerlingen elkaar wat hun antwoord of oplossing is. Ze kunnen met elkaar vergelijken en eventueel hun oplossing of antwoord bijstellen.
  3. Uitwisselen: nu worden door de leerkracht verschillende leerlingen aangewezen om hun antwoord te geven of hun oplossing op het bord te zetten. Aan de andere leerlingen wordt regelmatig om commentaar gevraagd.