Zelfregulatie met de leerdoelenladder

Zelfregulatie is een veelomvattend begrip wat niet altijd makkelijk is om in lagere scholen vorm te geven. Een mogelijk manier is de manier hieronder waarbij je leren zichtbaar maakt op de leerdoelenladder.

zelfregulatie taal zelfregulatie ladder rekenen

bron: Pinterest – Mariette Kuipers

Kennismaking met de nieuwe juf/meester

Op de eerste schooldag kennismaken is één van de meest cruciale zaken die er moet gebeuren. Het Kennismakingsspel dat je hier terugvindt maakt het heel interactief en laat kinderen al nauw samenwerken.

Concreet zet de leerkracht enkele sleutelwoorden/antwoorden op het bord en de leerlingen proberen dan in groepjes de juiste vraag te stellen die bij het antwoord hoort. Plezier verzekerd!

Vaderdag – gedichten + kaartjes

Het is maar één keer per jaar vaderdag! Dit is de dag waarop papa’s extra veel aandacht krijgen. Een dag waarop je iets leuks en speciaals doet om je vader lekker in het zonnetje te zetten. Uiteraard mag een cadeautje hier niet bij ontbreken en wat is er nu mooier dan een persoonlijk en zelfgeschreven gedichtje, recht uit het hart?

Kinderen hoeven in het basisonderwijs niet te leren hoe ze een gedicht moeten schrijven. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom dat kinderen het gevoel voor poëzie (dat ze van nature hebben) leren versterken door gedichten te lezen en schrijven. Het kind leert zo sneller over klankovereenkomsten en beeldend schrijven, maar ook het uitdrukken van gevoelens wordt door dichten gestimuleerd. Ondanks dat het hier zo makkelijk staat, kan een gedichtje voor Vaderdag nog best lastig zijn!

Nog op zoek naar originele vaderdaggedichtjes om papa te verrassen?

De allerbeste papa dat ben jij
en de leukste ben je er ook nog bij
maar dat is niet alles wat ik zeggen wou
wat ik echt wil zeggen is: ik hou van jou!
(Je vindt er nog meer op de link hieronder)

https://www.greetz.be/vaderdag-gedichten

Zelf nog op zoek naar een leuk cadeau? Dan kan je op Greetz.be ook leuke  kaartjes ontwerpen met je eigen tekening, foto, tekst, sticker en gedicht! De kaart wordt vervolgens naar papa toegestuurd en dit tegen een sneltreintempo!
vaderdag

Kamishibai/Schaduwtheater

kamishibai-schaduwtheater

Eigenaarschap

Kinderen dienen meer en meer hun leerproces in hun handen te hebben. Een ander woord hiervoor is eigenaarschap. Door kinderen deze verantwoordelijkheid te geven, zijn ze veel meer betrokken en kan je ook als leerkracht het “onderste” uit de kan halen. Deze foto’s geven inspiratie.

eigenaarschap - reflectie eigenaarschap

eigenaarschap2

Reflectie

reflectie

Woordsoorten-is-het

Een “Wie-is-het” spel, maar dan rond woordsoorten. 2x afdrukken, lamineren en klaar!
Goed voor 3de graad!

Woordsoorten-is-het

Fietsdictee

Het fietsdictee is ideaal om actief aan de slag te gaan rond woordpakketwoorden, maar zelfs technisch lezen. Eén van de leerlingen stapt op zijn fiets en fietst van de ene kegel naar de volgende twee zoals op de tekening hieronder aangegeven.

De leerling die bij de eerste kegel blijft staan toont een pakketwoord, de fietsende leerling kijkt achterom, leest het woord. Hij rijdt terug naar de eerste kegel en spelt het woord dat hij/zij zonet gezien heeft.
Als het woord fout is, rijdt de leerling opnieuw het traject en krijgt hetzelfde woord te zien tot het juist is. Na een tijdje wisselen beide partijen.
Indien gewenst kan er ook een wedstrijdprincipe aan gekoppeld worden.

fietsdictee

Running dictation

Hoe ga je te werk bij ‘running dictation’?

Je verdeelt de klas in duo’s, waarbij je er op let dat er telkens 2 cursisten van min of meer hetzelfde niveau samenwerken.
Elk duo heeft een ‘runner‘ (de dicterende partner) en een ‘writer‘ (de schrijvende partner). Alle writers gaan aan een tafel achteraan in de klas zitten. De runners gaan naar het bord (of waar hun dictee hangt of ligt) en lezen een woord of zin van hun dictee in stilte.
Vervolgens gaan ze naar de writers achteraan in de klas en dicteren ze het woord of de zin aan hun partner. Ze mogen in geen geval zelf het woord of de zin neerschrijven. Het is de bedoeling dat ze het dicteren aan de writer die het dan correct moet schrijven. Indien er een fout geschreven wordt, moet de runner aangeven welke letter er fout is en door welke letter de writer deze moet vervangen. De runner blijft heen en weer lopen tot het volledige dictee correct genoteerd is.

Vooraf heb jij voor elk duo een blad met de te dicteren woorden of zinnen klaargemaakt. Deze woorden of zinnen zijn als het ware op maat van het duo gemaakt. De zwakste leerlingen kunnen dus een dictee krijgen met enkel (een beperkt aantal) kernwoorden, de sterkste cursisten kunnen een dictee krijgen met zinnen waarin deze kernwoorden voorkomen. Alles dus op maat (niveau, schrijftempo, …) van de cursist.
Wanneer het dictee klaar is, gaan beide partners naar het bord en controleren ze of hun dictee juist is. De verantwoordelijkheid bij deze oefening ligt volledig bij de runner. Hij/zij moet ervoor zorgen dat de woorden correct geschreven zijn en indien nodig aanwijzingen geven om ze juist te schrijven (aanwijzingen, niet zelf schrijven !).

Bij een volgende running dictation veranderen de partners ook eens van rol. Een leerling die quasi onverstaanbaar is, zal echter nooit de rol van runner op zich nemen.

Voordelen van running dictation:
De leerlingen zijn allemaal zeer actief bezig, ze kunnen ook niet anders. De runner moet het woord lezen (letter-klankkoppeling maken), onthouden, dicteren en controleren. De writers moeten luisteren en schrijven (klank-letterkoppeling maken).
Je werkt werkelijk op maat van de leerling. Iedereen is bezig op zijn/haar niveau. Bij een klassiek dictee zijn er altijd leerlingen voor wie het eigenlijk een beetje te gemakkelijk is en andere leerlingen voor wie het dan weer veel te moeilijk is. Dit is in principe niet mogelijk bij running dictation, tenzij je aan alle duo’s hetzelfde dictee geeft.

Nadelen van deze werkvorm:
Ook al moet je zelf niet dicteren, het is een zeer vermoeiende werkvorm. Sommige runners kunnen het niet laten om toch de pen van de writer te nemen en zelf het woord snel opschrijven. Dat mag dus niet!
Doordat de leerlingen naast elkaar zitten kunnen ze sneller bij elkaar spieken.

http://www.nt2enalfa.com/

Flitsdictee met dicteekaart

Je toont gedurende een paar seconden een flitswoord. De cursisten schrijven met niet-permanente stift het woord op hun dicteekaart.
Na een teken van jou (indien het woord juist is), vegen ze het woord weg en schrijven ze het volgende woord dat getoond wordt. Deze oefening is minder geschikt voor een grote groep.

Eventueel kan je ervoor kiezen om slechts aan een deel van de groep de flitswoorden te tonen. De sterkere cursisten moeten dan het woord schrijven zonder het vooraf te zien.