1. Elke groep krijgt een groot vel papier. De groepsleden hebben elk een eigen kleur stift. 2. Midden op het vel papier staat in een cirkel/vierkant het onderwerp of begrip. Wat roept dit bij de kinderen op? Om de beurt, met de wijzers van de klok mee, schrijven of tekenen de kinderen iets op.
3. Vervolgens worden de relaties tussen de begrippen met lijnen aan gegeven.
4. De woordenwebben worden opgehangen en toegelicht.
Geschikt voor:
1. Inventariseren van voorkennis, samenvatting van wat is geleerd.
- Een woordweb maken van een gelezen verhaal: wat zijn de relaties tussen de
personen.
- Een woordweb maken rond een nieuw begrip.
- Inventariseren van voorkennis: wat weten de kinderen al..?
- Belangrijke woorden uit een tekst opschrijven en met elkaar in verband brengen.
- Samenvatten van wat er is geleerd.
- Een variatie is de kinderen eerst zelf een woordweb te laten maken en tenslotte één
met de hele groep.
- Een tweede variatie is om elke groep een woordweb te laten maken en vervolgens
klassikaal één woordweb te maken.