Vaklokaal Frans

Op een pagina van Digischool zag ik grammatica-oefeningen staan voor Frans, maar ook zaken over Frankrijk, (in)formele brief opstellen,… Super interessant!

Franse werkwoorden

Op deze website kan je verschillende Franse werkwoorden oefenen. Regelmatig, onregelmatig,… Présent, imparfait,… je vindt het er allemaal!

Groepsrollen

Leerlingen kunnen tijdens het groepswerk rollen krijgen. Ieder groepslid wordt zodoende verantwoordelijk voor een eigen taak. Dit structureert de bijdragen van groepsleden en maakt de kans dat een lid ‘meelift’ op de inspanningen van de andere groepsleden aanmerkelijk kleiner.

Schermafbeelding 2015-03-14 om 12.38.34 Schermafbeelding 2015-03-14 om 12.38.54

Kortom, er zijn veel rollen en bijbehorende taken te verzinnen. Welke rollen met welke taken worden ingezet hangt sterk af van het soort opdracht.

In elk geval moet gelden

  • Er is sprake van positieve wederzijdse afhankelijkheid.
  • De opdracht is zo geformuleerd dat leerlingen elkaar nodig hebben voor een
    goed resultaat.
  • Individuele aanspreekbaarheid.
  • Elk lid van de groep is aanspreekbaar op de eigen inbreng en op het
    groepsresultaat.
  • Er is sprake van directe interactie. De opdracht nodigt uit tot samenwerken en de opstelling is zodanig dat het de interactie bevordert.
  • Er wordt een beroep gedaan op sociaalcommunicatieve vaardigheden.
  • De noodzakelijke sociaalcommunicatieve vaardigheden zijn of worden expliciet
    aangeleerd en nabesproken.
  • Er is aandacht voor het groepsproces.
  • De samenwerkingsopdracht wordt nabesproken, zowel wat de inhoud betreft als
    het proces van samenwerken.

Drie stappen interview

Vaak moeten leerlingen veel samen doen maar hoe goed luisteren leerlingen naar elkaar? Deze werkvorm zorgt voor goed luisteren.

Werkwijze

  • Eerst worden er groepen van vier gevormd. Binnen elke groep worden de leerlingen genummerd als A, B, C en D. Hierna wordt de vraag aan de groepen gesteld. Dat kan een meningsvormende vraag zijn maar ook een vraag over behandelde leerstof.
  • De rest gaat als volgt: A ondervraagt B en C ondervraagt D. Hierna wordt het omgekeerde gedaan, B ondervraagt A en D doet dat bij C.
  • Hierna geeft A weer wat B heeft gezegd of uitgelegd en daarna doet B dat van A. Voor C en D geldt hetzelfde.
  • Daarna vindt een rapportage plaats waarna eventueel een klassendiscussie kan plaatsvinden.

    Deze werkvorm kan heel nuttig zijn als je wilt dat leerlingen bepaalde vaardigheden van elkaar leren. Een vraag zou kunnen zijn: Bevraag elkaar hoe je deze toets hebt voorbereid.

Expertgroepjes

Deze werkvorm is zeer geschikt als er veel informatie moet worden verwerkt en er een behoorlijk ingewikkelde opdracht is gegeven.

Werkwijze

  • Er is een centrale vraag of opdracht die meestal door de leerkracht wordt gesteld. De docent verdeelt deze complexe opdracht in net zo veel goede deelvragen/opdrachten als er nodig zijn voor elke groep.
  • De individuele leden van elke groep beantwoorden hun eigen deelopdracht. Zij zijn nu de expert voor dat deel van de opdracht binnen hun groep.
  • De expert presenteert nu zijn kennis aan de andere leden van de groep. Dit herhaalt zich voor de andere experts. Hierna is de hele groep expert geworden voor de gehele opdracht. De leerkracht controleert door willekeurige leden van verschillende groepen vragen te stellen.

    Variatie

    Een variant hierop is dat uit alle groepen de experts van dezelfde deelvraag eerst bij elkaar gaan zitten. Gezamenlijk tot een uitkomst komen en daarna weer in hun eigen groep gaan zitten waarna de uitwisseling weer op gang komt.

Genummerde hoofden tesamen

Werkwijze

  • Bij deze werkvorm krijgen alle leden van de groep een nummer of geven zich zelf een nummer. Hierna geeft de leerkracht de opdracht. Deze opdracht duurt bij deze werkvorm vaak wat langer maar de opdracht moet nog wel binnen het lesuur gedaan kunnen worden. De leerkracht geeft van tevoren aan dat een door de leerkracht aan te wijzen groepslid rapporteert over de opdracht.
  • De genummerde hoofden moeten nu eerst individueel aan het werk met de opdracht. Ze vergelijken hun antwoorden met elkaar en geven argumenten om tot een gezamenlijk antwoord te komen.
  • De leerkracht noemt nu de nummers op die betrokken worden bij de nabespreking. Elke leerling met het genoemde nummer geeft uitleg. Andere genoemde leerlingen mogen de eerste aanvullen.

Check-in duo’s

Deze werkvorm is zeer geschikt als je als docent snel de antwoorden wilt controleren op vragen waarbij maar één antwoord goed is. Bijvoorbeeld meerkeuzevragen of uitwerkingen van oefensommen.

Werkwijze

  1. De eerste stap is individueel. Elke leerling voert de opdracht of opdrachten individueel uit.
  2. De tweede stap is check-in-duo’s. Elke leerling vergelijkt zijn antwoord(en) met die van een andere leerling. Mochten er verschillen zijn in hun antwoorden dan wordt er gezamenlijk naar het juiste antwoord gezocht.
  3. Eventueel vindt deze stap nog eens plaats met een ander duo.
  4. Daarna de laatste stap, de check-in-de-klas. Hierbij worden alleen die vragen beantwoord waarover binnen de duo’s geen overeenstemming is bereikt. De andere leerlingen worden daarbij ook aangesproken.

Goed gedrag… hoe doe je dat?

www.meestertim.nl

Reis door de ruimte in 80 lessen

Reis door de ruimte in 80 lessen.

Het spreekt voor zich. Een lessenpakket van de kleuterklas tot zesde leerjaar! Interessant en vrij te downloaden!

Kleuren bepalen de groep

Als leerkracht wil je niet dat de leerlingen altijd in dezelfde groepssamenstelling zitten. Soms stel je bewust andere groepen samen omdat de leerlingen aanvullende vaardigheden hebben. Soms wil je alleen maar dat de groepen eens willekeurig samen gesteld worden. In dat laatste geval kun je het volgende doen.

Werkwijze
Neem gekleurde kaartjes. Van elke kleur zoveel als de groep groot moet zijn. Het totale aantal kaartjes is gelijk aan het aantal leerlingen in de klas. Bij binnenkomst laat je elke leerling een kaart uit de zak pakken. Daarna gaan die leerlingen die dezelfde kleur hebben bij elkaar in groepen zitten.