Fietsdictee

Het fietsdictee is ideaal om actief aan de slag te gaan rond woordpakketwoorden, maar zelfs technisch lezen. Eén van de leerlingen stapt op zijn fiets en fietst van de ene kegel naar de volgende twee zoals op de tekening hieronder aangegeven.

De leerling die bij de eerste kegel blijft staan toont een pakketwoord, de fietsende leerling kijkt achterom, leest het woord. Hij rijdt terug naar de eerste kegel en spelt het woord dat hij/zij zonet gezien heeft.
Als het woord fout is, rijdt de leerling opnieuw het traject en krijgt hetzelfde woord te zien tot het juist is. Na een tijdje wisselen beide partijen.
Indien gewenst kan er ook een wedstrijdprincipe aan gekoppeld worden.

fietsdictee

Running dictation

Hoe ga je te werk bij ‘running dictation’?

Je verdeelt de klas in duo’s, waarbij je er op let dat er telkens 2 cursisten van min of meer hetzelfde niveau samenwerken.
Elk duo heeft een ‘runner‘ (de dicterende partner) en een ‘writer‘ (de schrijvende partner). Alle writers gaan aan een tafel achteraan in de klas zitten. De runners gaan naar het bord (of waar hun dictee hangt of ligt) en lezen een woord of zin van hun dictee in stilte.
Vervolgens gaan ze naar de writers achteraan in de klas en dicteren ze het woord of de zin aan hun partner. Ze mogen in geen geval zelf het woord of de zin neerschrijven. Het is de bedoeling dat ze het dicteren aan de writer die het dan correct moet schrijven. Indien er een fout geschreven wordt, moet de runner aangeven welke letter er fout is en door welke letter de writer deze moet vervangen. De runner blijft heen en weer lopen tot het volledige dictee correct genoteerd is.

Vooraf heb jij voor elk duo een blad met de te dicteren woorden of zinnen klaargemaakt. Deze woorden of zinnen zijn als het ware op maat van het duo gemaakt. De zwakste leerlingen kunnen dus een dictee krijgen met enkel (een beperkt aantal) kernwoorden, de sterkste cursisten kunnen een dictee krijgen met zinnen waarin deze kernwoorden voorkomen. Alles dus op maat (niveau, schrijftempo, …) van de cursist.
Wanneer het dictee klaar is, gaan beide partners naar het bord en controleren ze of hun dictee juist is. De verantwoordelijkheid bij deze oefening ligt volledig bij de runner. Hij/zij moet ervoor zorgen dat de woorden correct geschreven zijn en indien nodig aanwijzingen geven om ze juist te schrijven (aanwijzingen, niet zelf schrijven !).

Bij een volgende running dictation veranderen de partners ook eens van rol. Een leerling die quasi onverstaanbaar is, zal echter nooit de rol van runner op zich nemen.

Voordelen van running dictation:
De leerlingen zijn allemaal zeer actief bezig, ze kunnen ook niet anders. De runner moet het woord lezen (letter-klankkoppeling maken), onthouden, dicteren en controleren. De writers moeten luisteren en schrijven (klank-letterkoppeling maken).
Je werkt werkelijk op maat van de leerling. Iedereen is bezig op zijn/haar niveau. Bij een klassiek dictee zijn er altijd leerlingen voor wie het eigenlijk een beetje te gemakkelijk is en andere leerlingen voor wie het dan weer veel te moeilijk is. Dit is in principe niet mogelijk bij running dictation, tenzij je aan alle duo’s hetzelfde dictee geeft.

Nadelen van deze werkvorm:
Ook al moet je zelf niet dicteren, het is een zeer vermoeiende werkvorm. Sommige runners kunnen het niet laten om toch de pen van de writer te nemen en zelf het woord snel opschrijven. Dat mag dus niet!
Doordat de leerlingen naast elkaar zitten kunnen ze sneller bij elkaar spieken.

http://www.nt2enalfa.com/

Flitsdictee met dicteekaart

Je toont gedurende een paar seconden een flitswoord. De cursisten schrijven met niet-permanente stift het woord op hun dicteekaart.
Na een teken van jou (indien het woord juist is), vegen ze het woord weg en schrijven ze het volgende woord dat getoond wordt. Deze oefening is minder geschikt voor een grote groep.

Eventueel kan je ervoor kiezen om slechts aan een deel van de groep de flitswoorden te tonen. De sterkere cursisten moeten dan het woord schrijven zonder het vooraf te zien.

Woord-voor-woord-dictee

De leerlingen schrijven met een niet-permanente stift een woord op hun (gelamineerde) dicteekaart. Vanaf ze het woord geschreven hebben, steken ze hun kaart omhoog.
Is het woord juist, dan geeft de leerkracht een teken dat ze het weg mogen vegen. Is het niet juist, dan moeten ze het woord opnieuw schrijven. Pas wanneer iedereen het juiste woord geschreven heeft, wordt een volgend woord gedicteerd.

Foto

http://www.nt2enalfa.com/

Leren met LEGO

Leren met LEGO is leuk, speels en uitdagend. Op deze website vind je 100 gratis LEGO werkbladen, uitdagingen terug om in de klas te doen.

Zelf infographics maken

Met Piktochart kan je op een eenvoudige manier infographics maken.
Bij de gratis-formule moet je wel onderaan een kleine reclame-banner erbij nemen.

Het land van beloften

Het land van beloften is een spel dat gaat over de vluchtelingenproblematiek.
De kinderen beleven al inlevend de zware tocht die de vluchtelingen moeten afleggen.

Regie nemen voor je eigen leerproces

Ook bij mij op school zetten we in op zelfonderzoekend leren, maar ook op zelfsturing. Dat is lang niet zo makkelijk als het klinkt. Er zijn daarom ook al veel zaken over geschreven.
Op de website van kpcgroep stonden enkele interessante PDF-bestanden waar je tips en tricks krijgt.

– Regie nemen voor je eigen leerproces

– Reflectie

– Leerstrategieën toepassen

– Samenwerkend leren

 

http://www.kpcgroep.nl

Expedition Chemistry

Op de website van expedition chemistry vind je ongelooflijk veel proefjes terug.

Uitbeeldprenten

Volgende prenten kan je gebruiken op verschillende manieren:
– 1 leerling trekt een kaartje en verwoord wat de andere moet doen
– 1 leerling trekt een kaartje en voert deze positie uit, de andere leerling bedenkt er een verhaal bij
– leerlingen maken een dansje,… maar moeten enkele poses vanop de kaartjes gebruiken
,…

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18