Ik blijf bij de website van jufshanna.nl
Ik vond hier een fijn bingo-spelbord rond breuken.
Klik hier voor het bingo-spelbord rond breuken. Ik vond er ook interessante werkbladen rond breuken:
breuken werkblad3
breuken werkblad2
breuken werkblad1
werkbladen breuken
Category: Actief
Puzzel: klokkijken
Op de website van Juf Shanna vond ik een prachtige puzzel rond klokkijken.
Download hem hier
Praatprikkels – Doorvraagkaartjes
Het is leuk en belangrijk om met kinderen te praten. Dus stel je vragen als ‘hoe was het op school vandaag?’ of ‘wat heb je dit weekend gedaan?’. Helaas blijken deze lang niet altijd prikkelend genoeg om tot een goed gesprek te komen. Een gesprek dat echt ergens over gaat, diepgang heeft, een filosofisch gesprek bijvoorbeeld.
Daarom zijn de Praatprikkels ontwikkeld. Praatprikkels zijn kaartjes met daarop een filosofische vraag en bieden zo een laagdrempelige manier om met te filosoferen met kinderen. Je pakt ze er zo even bij in de kring of thuis aan tafel. Je trekt een kaartje en het gesprek kan beginnen.
Elke vraag kan meerdere filosofische thema’s oproepen zoals waarheid, tijd, vriendschap, identiteit, gelijkheid, vrijheid en nog veel meer. Het maakt niet uit bij welk thema het gesprek uitkomt. Elk kaartje bevat een illustratie die de vraag ondersteunt en vaak ook al aan het denken zet.
Het enige wat de volwassene moet doen is de kinderen zo lang mogelijk stimuleren om verder te denken door hun antwoorden te bevragen, bijvoorbeeld met een van de vragen die op de achterkant van de kaartjes staan. Op www.filosofiejuf.nl/downloads zijn bovendien doorvraagkaartjes te downloaden om te printen, uit te knippen en eventueel op karton te plakken of lamineren.
Je kan ze ook hier downloaden!
Groepsrollen
Leerlingen kunnen tijdens het groepswerk rollen krijgen. Ieder groepslid wordt zodoende verantwoordelijk voor een eigen taak. Dit structureert de bijdragen van groepsleden en maakt de kans dat een lid ‘meelift’ op de inspanningen van de andere groepsleden aanmerkelijk kleiner.
Kortom, er zijn veel rollen en bijbehorende taken te verzinnen. Welke rollen met welke taken worden ingezet hangt sterk af van het soort opdracht.
In elk geval moet gelden
- Er is sprake van positieve wederzijdse afhankelijkheid.
- De opdracht is zo geformuleerd dat leerlingen elkaar nodig hebben voor een
goed resultaat. - Individuele aanspreekbaarheid.
- Elk lid van de groep is aanspreekbaar op de eigen inbreng en op het
groepsresultaat. - Er is sprake van directe interactie. De opdracht nodigt uit tot samenwerken en de opstelling is zodanig dat het de interactie bevordert.
- Er wordt een beroep gedaan op sociaalcommunicatieve vaardigheden.
- De noodzakelijke sociaalcommunicatieve vaardigheden zijn of worden expliciet
aangeleerd en nabesproken. - Er is aandacht voor het groepsproces.
- De samenwerkingsopdracht wordt nabesproken, zowel wat de inhoud betreft als
het proces van samenwerken.
Drie stappen interview
Vaak moeten leerlingen veel samen doen maar hoe goed luisteren leerlingen naar elkaar? Deze werkvorm zorgt voor goed luisteren.
Werkwijze
- Eerst worden er groepen van vier gevormd. Binnen elke groep worden de leerlingen genummerd als A, B, C en D. Hierna wordt de vraag aan de groepen gesteld. Dat kan een meningsvormende vraag zijn maar ook een vraag over behandelde leerstof.
- De rest gaat als volgt: A ondervraagt B en C ondervraagt D. Hierna wordt het omgekeerde gedaan, B ondervraagt A en D doet dat bij C.
- Hierna geeft A weer wat B heeft gezegd of uitgelegd en daarna doet B dat van A. Voor C en D geldt hetzelfde.
- Daarna vindt een rapportage plaats waarna eventueel een klassendiscussie kan plaatsvinden.
Deze werkvorm kan heel nuttig zijn als je wilt dat leerlingen bepaalde vaardigheden van elkaar leren. Een vraag zou kunnen zijn: Bevraag elkaar hoe je deze toets hebt voorbereid.
Expertgroepjes
Deze werkvorm is zeer geschikt als er veel informatie moet worden verwerkt en er een behoorlijk ingewikkelde opdracht is gegeven.
Werkwijze
- Er is een centrale vraag of opdracht die meestal door de leerkracht wordt gesteld. De docent verdeelt deze complexe opdracht in net zo veel goede deelvragen/opdrachten als er nodig zijn voor elke groep.
- De individuele leden van elke groep beantwoorden hun eigen deelopdracht. Zij zijn nu de expert voor dat deel van de opdracht binnen hun groep.
- De expert presenteert nu zijn kennis aan de andere leden van de groep. Dit herhaalt zich voor de andere experts. Hierna is de hele groep expert geworden voor de gehele opdracht. De leerkracht controleert door willekeurige leden van verschillende groepen vragen te stellen.
Variatie
Een variant hierop is dat uit alle groepen de experts van dezelfde deelvraag eerst bij elkaar gaan zitten. Gezamenlijk tot een uitkomst komen en daarna weer in hun eigen groep gaan zitten waarna de uitwisseling weer op gang komt.
Genummerde hoofden tesamen
Werkwijze
- Bij deze werkvorm krijgen alle leden van de groep een nummer of geven zich zelf een nummer. Hierna geeft de leerkracht de opdracht. Deze opdracht duurt bij deze werkvorm vaak wat langer maar de opdracht moet nog wel binnen het lesuur gedaan kunnen worden. De leerkracht geeft van tevoren aan dat een door de leerkracht aan te wijzen groepslid rapporteert over de opdracht.
- De genummerde hoofden moeten nu eerst individueel aan het werk met de opdracht. Ze vergelijken hun antwoorden met elkaar en geven argumenten om tot een gezamenlijk antwoord te komen.
- De leerkracht noemt nu de nummers op die betrokken worden bij de nabespreking. Elke leerling met het genoemde nummer geeft uitleg. Andere genoemde leerlingen mogen de eerste aanvullen.
Check-in duo’s
Deze werkvorm is zeer geschikt als je als docent snel de antwoorden wilt controleren op vragen waarbij maar één antwoord goed is. Bijvoorbeeld meerkeuzevragen of uitwerkingen van oefensommen.
Werkwijze
- De eerste stap is individueel. Elke leerling voert de opdracht of opdrachten individueel uit.
- De tweede stap is check-in-duo’s. Elke leerling vergelijkt zijn antwoord(en) met die van een andere leerling. Mochten er verschillen zijn in hun antwoorden dan wordt er gezamenlijk naar het juiste antwoord gezocht.
- Eventueel vindt deze stap nog eens plaats met een ander duo.
-
Daarna de laatste stap, de check-in-de-klas. Hierbij worden alleen die vragen beantwoord waarover binnen de duo’s geen overeenstemming is bereikt. De andere leerlingen worden daarbij ook aangesproken.
Denken – delen – uitwisselen
- Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een som oplossen of een begrip beschrijven. De leerlingen krijgen elk enige tijd om daar over na te denken.
- Delen: nu vertellen de leerlingen elkaar wat hun antwoord of oplossing is. Ze kunnen met elkaar vergelijken en eventueel hun oplossing of antwoord bijstellen.
- Uitwisselen: nu worden door de leerkracht verschillende leerlingen aangewezen om hun antwoord te geven of hun oplossing op het bord te zetten. Aan de andere leerlingen wordt regelmatig om commentaar gevraagd.
Puzzelen om een groep te maken
Werkwijze
Aan het begin van de opdracht kiezen leerlingen een puzzelstuk uit de doos en zoeken de bijbehorende stukken erbij. Die groep bestudeert wat er opstaat en gaat bedenken hoe ze hun onderwerp kort kunnen presenteren.
Voorbeeld
Bij het begin van een schooljaar moet je de leerlingen altijd veel vertellen. Je maakt grote kaarten waarop je de regels schrijft die voor jouw vak gelden, de spullen die ze nodig hebben, de veiligheidseisen, wat het vak inhoudt enzovoort. Voor elk onderdeel één kaart. Daarna knip je die kaarten in een aantal stukken, bijvoorbeeld vier, waardoor je een puzzel krijgt. Zie verder ‘werkwijze’.
Variatie
Alternatief is om de leerlingen eerst zelf de kaarten te laten maken en de puzzel te vormen waarna het bovenstaande ‘spel’ kan starten.